Veel telers en teeltadviseurs beschouwen plaatsspecifieke opbrengstmeting als dé manier om te starten met precisielandbouw. De techniek brengt verschillen in kwantiteit, en in sommige gewassen ook al de verschillen in kwaliteit aan het licht. Verschillen waarvan elke teler weet dat ze er zijn, maar in welke mate blijft gissen totdat ze objectief in beeld worden gebracht. De verbazing over de werkelijke verschillen binnen een perceel en tussen percelen is vaak groot.
In haast ieder gewas mogelijk
Door de opbrengst van gewassen plaatsspecifiek te meten oogst je naast het gewas belangrijke data over de hoeveelheid en de kwaliteit van het gewas. Tegenwoordig kan dat in steeds meer gewassen. Werden de eerste stapjes in precisielandbouw met behulp van gps zo’n 20 à 25 jaar geleden gelegd met plaatsspecifieke opbrengstmeting op maaidorsers, tegenwoordig is het in vrijwel alle gewassen mogelijk. Vanaf circa €4.000 kun je vocht- en opbrengstmeting op een bestaande maaidorser laten installeren en vanaf €9.000 zit het af fabriek op een nieuwe maaidorser. Daarmee blijft het geen geringe investering voor vaak maar een paar dagen werk, maar de opbrengstdata levert belangrijke extra informatie op van percelen waarop vaak eens in de paar jaren graan geteeld wordt.
Met de komst van opbrengstmeting voor rooivruchten, intussen zo’n 5 jaar geleden, kunnen ook opbrengstgegevens van veel geteelde en hoog salderende gewassen plaatsspecifiek verzameld worden. Een techniek die meestal gebruik maakt van weegcellen onder een band(je) of onder een bunker en hierdoor breed inzetbaar is in diverse gewassen zoals aardappelen, uien, suikerbieten, cichorei, knolselderij, spruiten, peen, bloembollen en kool.
Bovenstaande tekst is een gedeelte van een 6-pagina artikel in Boerderij AkkerbouwPlus van december 2016.